woonfiscaliteit, fiscaliteit, belasting, aangifte, vastgoed

Welke woonfiscaliteit telt voor mijn gezinswoning of bijkomend vastgoed?

Vastgoed in uw belastingaangifte

Vastgoed speelde lange tijd een essentiële rol in de belastingaangifte van veel Belgen. Echter, met de afschaffing van de Vlaamse woonbonus per 1 januari 2020 is er veel veranderd. Hoe zit het met de woonfiscaliteit anno 2024? Wat moet u weten over de fiscale behandeling van uw gezinswoning, tweede verblijf of opbrengsteigendom? Dit blogartikel biedt een uitgebreid overzicht van de huidige woonfiscaliteit en helpt u te begrijpen welke fiscale voordelen er mogelijk zijn voor verschillende soorten woningen.

Uw gezinswoning

In 2024 kunnen bepaalde vastgoedtransacties nog steeds fiscale voordelen bieden. Voor uw eigen woning kunt u belastingvoordeel genieten via de woonbonus, het bouwsparen of het langetermijnsparen. Het jaar waarin u uw lening afsloot, bepaalt het fiscaal voordeel dat u kunt verkrijgen. De woonbonus blijft in Vlaanderen behouden, op voorwaarde dat u deze vóór 2020 genoot en geen al te grote wijzigingen aan uw woonkrediet aanbrengt. Zo wordt een pandwissel onder de Vlaamse fictie geaccepteerd, maar zal het verlengen van de terugbetaling niet worden weerhouden (tenzij u vooraf de harmonica-optie bij een variabele rentevoet onderschreef).

Het onroerend inkomen van uw eigen woning is meestal vrijgesteld in de personenbelasting. Toch zijn er situaties waarin u dit inkomen moet aangeven.

Uw tweede woning

Een tweede woning, zoals een vakantieverblijf of een investeringspand, kan ook belastingvoordelen opleveren. Leningen afgesloten vóór 1 januari 2024 kunnen nog in aanmerking komen voor langetermijnsparen. Hierbij wordt mogelijk rekening gehouden met het fiscale voordeel dat u voor uw eigen woning krijgt. Controleer daarom goed of dit op u van toepassing is. Leningen afgesloten vanaf 1 januari 2024 kunnen belastingvoordelen opleveren via de federale intrestaftrek. De intresten van deze leningen kunnen worden afgetrokken van uw onroerende inkomsten, wat een fiscaal voordeel oplevert tegen de hoogste schijf (marginale aanslagvoet).

Vóór 1 januari 2024

Heeft u vóór 2024 een lening afgesloten voor de aankoop of verbouwing van een tweede woning? Dan kunt u nog steeds profiteren van fiscale voordelen. Dit geldt ook voor herfinancieringen van leningen afgesloten vóór 2024.

Na 1 januari 2024

Voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2024 voor een tweede woning, zijn er geen belastingvoordelen meer via het langetermijnsparen. Een belastingvoordeel via de federale intrestaftrek blijft echter mogelijk.

Onroerende inkomsten aangeven

Als u een pand als tweede verblijf gebruikt, moet u de onroerende inkomsten aangeven. Dit betekent dat u het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen in uw belastingaangifte moet vermelden. Het belastbaar onroerend inkomen is het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40%.

Vastgoed in het buitenland

Sinds aanslagjaar 2022 (inkomstenjaar 2021) wordt buitenlands vastgoed belast op basis van het kadastraal inkomen. Als u uw buitenlandse vastgoed zelf gebruikt of verhuurt aan een privépersoon, wordt u belast op basis van het kadastraal inkomen. Verhuurt u aan een vennootschap of iemand die het professioneel gebruikt, dan wordt u belast op de werkelijke huurinkomsten verminderd met een kostenforfait (40% voor een gebouw).

Fiscaal voordeel van een gezinswoning

Een belangrijk begrip in de woonfiscaliteit is de ‘eigen woning’, oftewel de woning waar u zelf woont. Kapitaalaflossingen en intresten van een hypothecair krediet kunnen, samen met de premies van een bijhorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking komen voor de woonbonus (of chèque habitat in Wallonië). Dit is afhankelijk van het gewest waar u woont en het jaar waarin het hypothecaire krediet werd afgesloten.

Woonfiscaliteit: vóór 2005

Kapitaalaflossingen van uw hypothecair woonkrediet en de premies voor uw schuldsaldoverzekering(en) komen in aanmerking voor het fiscaal voordeel in het stelsel van het ‘bouwsparen’.

Belastingvoordeel op intresten

Er zijn twee soorten intrestaftrek mogelijk: een gewone intrestaftrek en een bijkomende intrestaftrek, waarbij rekening wordt gehouden met het kadastraal inkomen.

Belastingvoordeel op kapitaalaflossingen

Voor uw enige en eigen woning kunt u de kapitaalaflossingen inbrengen in het stelsel van het bouwsparen. Anders geldt het fiscale voordeel van het langetermijnsparen.

WoonplaatsMaximaal aftrekbaarBelastingvoordeel
Vlaams GewestAfhankelijk van netto beroepsinkomen, maar max. €2.280Marginale belastingvoet
Waals GewestAfhankelijk van netto beroepsinkomen, maar max. €2.290Marginale belastingvoet
Brussels GewestAfhankelijk van netto beroepsinkomen, maar max. €2.920Marginale belastingvoet

Woonfiscaliteit: van 1 januari 2005 tot 31 december 2014

Sinds 1 januari 2015 zijn de gewesten verantwoordelijk voor de woonbonus. De regelingen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel verschillen nu. Voor hypothecaire leningen afgesloten vóór 2015 was de woonbonus een federale materie, met een belastingkorting berekend op de terugbetaling van de lening.

WoonplaatsMaximaal aftrekbaarBelastingvoordeel
Vlaams GewestOude Vlaamse woonbonus: €2.280 (basisbedrag) + €760 (eerste 10 jaar) + €80 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)Marginale aanslagvoet.
Max. €1.560 per kredietnemer
Waals Gewest€2.290 (basisbedrag) + €760 (eerste 10 jaar) + €80 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)Marginale aanslagvoet.
Max. €1.565 per kredietnemer
Brussels Gewest€2.920 (basisbedrag) + €970 (eerste 10 jaar) + €100 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)Marginale aanslagvoet.
Max. €1.995 per kredietnemer

Voor niet-eigen woningen geldt opnieuw het belastingvoordeel via het federale langetermijnsparen.

Woonfiscaliteit: 2015 in het Vlaamse en Waalse Gewest

WoonplaatsMaximaal aftrekbaarBelastingvoordeel
Vlaams Gewest€1.520 (basisbedrag) + €760 (eerste 10 jaar) + €80 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)40%
Max. €944 per kredietnemer
Waals Gewest€2.290 (basisbedrag) + €760 (eerste 10 jaar) + €80 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)40%
Max. €1.252 per kredietnemer

Woonfiscaliteit: van 1 januari 2016 tot 31 december 2019

Vlaams Gewest: geïntegreerde woonbonus (leningen afgesloten tussen 2016 en 2019)

In Vlaanderen vallen nieuwe leningen onder de geïntegreerde woonbonus, ongeacht of het om uw enige woning gaat of niet. Dit levert een fiscaal voordeel op van 40%. Het basisbedrag is €1.520, met verhogingen tot €2.260 voor een enige woning (+€760) en voor minstens drie kinderen (+€80).

Hou er rekening mee dat als u uw krediet aangeeft binnen de geïntegreerde woonbonus, u elk fiscaal voordeel van vroegere leningen verliest.

Waals Gewest: chèque-habitat

Sinds 2016 is de woonbonus vervangen door de chèque-habitat. De belastingvermindering is afhankelijk van uw netto belastbaar inkomen en bedraagt maximaal €1.520 per belastingplichtige per jaar. Wie maximaal €26.394 verdiende in 2024 geniet het grootste voordeel. Voor kinderen ten laste is er een forfaitaire verhoging van de wooncheque met €150. Verdient u meer dan €101.805, dan krijgt u geen belastingvoordeel.

Het bedrag van de wooncheque wordt beperkt tot de tijdens het jaar betaalde intresten, kapitaalaflossingen en premies voor de schuldsaldoverzekering. U heeft recht op maximaal 20 wooncheques. Na 10 jaar wordt het bedrag gehalveerd.

WoonplaatsMaximaal aftrekbaarBelastingvoordeel
Vlaams GewestGeïntegreerde woonbonus: €1.520 (basisbedrag) + €760 (eerste 10 jaar) + €80 (drie kinderen of meer, eerste 10 jaar)40%
Max. €944 per kredietnemer
Waals Gewest€1.520 per belastingplichtige per jaarMaximaal voordeel:
netto belastbaar inkomen ≤ €26.394,00

Woonfiscaliteit: vanaf 2020 voor het Vlaamse Gewest

Vlaanderen heeft de woonbonus afgeschaft voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2020. Enkel de federale belastingvermindering voor de premie van de schuldsaldoverzekering blijft behouden. De federale fiscale voordelen voor een tweede verblijf zijn wel nog van toepassing.

WoonplaatsMaximaal aftrekbaarBelastingvoordeel
Vlaams GewestGeen woonbonus meer.
Federale belastingvermindering voor schuldsaldoverzekering.
Max. 30% belastingvermindering voor schuldsaldoverzekering.

Erfbelasting en schenkbelasting

Vastgoed is vaak een belangrijke factor bij het plannen van uw nalatenschap. Zowel de erfbelasting als de schenkbelasting kunnen van invloed zijn op uw nalatenschap en moeten in overweging worden genomen bij uw planning.

Erfbelasting

De erfbelasting op vastgoed wordt berekend op basis van de waarde van het onroerend goed op het moment van overlijden. De tarieven en vrijstellingen verschillen per gewest:

Vlaams Gewest
VerwantschapBelastbaar bedragTarief (in schijven)
Partner, kinderen0 – 50.000 euro3%
50.000 – 250.000 euro9%
> 250.000 euro27%
Waals en Brussels Gewest
VerwantschapBelastbaar bedragTarief (in schijven)
Partner, kinderen0 – 50.000 euro3%
50.000 – 100.000 euro8%
> 100.000 euro9% – 30%

Schenkbelasting

Het schenken van vastgoed kan voordeliger zijn dan het overdragen via erfenis, afhankelijk van de waarde van het onroerend goed en de relatie tot de ontvanger. De tarieven verschillen per gewest:

Vlaams Gewest
VerwantschapBelastbaar bedragTarief (in schijven)
Partner, kinderen0 – 150.000 euro3%
150.000 – 250.000 euro9%
> 250.000 euro27%
Waals en Brussels Gewest
VerwantschapBelastbaar bedragTarief (in schijven)
Partner, kinderen0 – 150.000 euro3%
150.000 – 250.000 euro8%
> 250.000 euro9% – 24%

Conclusie

De woonfiscaliteit in België is complex en varieert afhankelijk van uw specifieke situatie en gewest. Of u nu een gezinswoning of een tweede verblijf bezit, het is lonend om op de hoogte te zijn van de fiscale regels en voordelen die op u van toepassing zijn. Door uw financiële planning aan te passen aan deze regels, kunt u optimaal profiteren van de beschikbare belastingvoordelen en mogelijke fiscale lasten beperken. Zo kunt u uw woonfiscaliteit optimaliseren. Het is raadzaam om bij complexe situaties een belastingadviseur te raadplegen om ervoor te zorgen dat u alle beschikbare voordelen benut en voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.